Home

Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht

Geldig vanaf 1 juli 2018
Geldig vanaf 1 juli 2018

Regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2018]

Aanhef

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Besluit:

Artikel 1

Een college van burgemeester en wethouders kan een gebied aanwijzen als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van de Gaswet:

  1. wanneer het niet aansluiten van een of meer te bouwen bouwwerken op het gastransportnet een risico vormt voor de realisatie van gemeentelijk beleid gericht op het binnen vijf jaren aardgasvrij maken van een gebied nabij het aan te wijzen gebied, opgenomen in een beslissing van het gemeentebestuur dat een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde keuzes bevat omtrent door het gemeentebestuur te nemen besluiten of te verrichten andere handelingen, ten einde de doelstelling aardgasvrij te bereiken;

  2. wanneer de kenmerken van de fysieke omgeving of de functies van het te bouwen bouwwerk met zich brengen dat realisatie van het bouwwerk met een alternatief voor een voorziening voor gas vanwege wettelijke voorschriften of om technische redenen onmogelijk is en het te bouwen bouwwerk om zwaarwegende redenen van algemeen belang gerealiseerd moet worden;

  3. wanneer de kosten voor de realisatie van een of meer te bouwen bouwwerken voorzien van een alternatief voor een voorziening voor gas in vergelijking met realisatie van een of meer te bouwen bouwwerken met een voorziening voor gas dusdanig hoog zijn dat dat bouwwerk of die bouwwerken niet meer tot stand komt of komen en dat bouwwerk of die bouwwerken om zwaarwegende redenen van algemeen belang gerealiseerd moet of moeten worden, of

  4. in andere situaties waarin aansluiting op het gastransportnet strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang.

Artikel 2

Een college van burgemeester en wethouders kan een gebied aanwijzen als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van de Gaswet, wanneer:

  1. het aannemelijk is dat een of meer te bouwen bouwwerken minder snel tot stand zouden komen dan mogelijk was geweest met een voorziening voor gas en voldoende aannemelijk is dat de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt ingediend op of na 1 juli 2018 en voor 1 januari 2019, of

  2. het oorspronkelijke ontwerp van het te bouwen bouwwerk of de te bouwen bouwwerken was voorzien van een voorziening voor gas en aanpassing van dat ontwerp in een ontwerp met een alternatief voor de voorziening van gas een problematisch beroep doet op schaarse productiemiddelen in de bouwsector en voldoende aannemelijk is dat de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt ingediend op of na 1 juli 2018 en voor 1 januari 2019.

Artikel 3

1.

De Autoriteit Consument en Markt stelt voor de melding, bedoeld in artikel 10, achtste lid, van de Gaswet een formulier vast.

2.

Een college van burgemeester en wethouders doet de melding binnen 10 werkdagen met gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde formulier.

3.

De Autoriteit Consument en Markt neemt de melding binnen vijf werkdagen op in het register, bedoeld in artikel 10, negende lid, van de Gaswet.

4.

Een college van burgemeester en wethouders meldt elke wijziging, intrekking of vernietiging van een besluit als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdelen a of b, van de Gaswet aan de Autoriteit Consument en Markt. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6