Home

Erfgoedwet

Geldig van 1 augustus 2021 tot 1 mei 2023
Geldig van 1 augustus 2021 tot 1 mei 2023

Erfgoedwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-08-2021 tot 01-05-2023]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wetgeving op het terrein van cultureel erfgoed te bundelen, te structureren en te vereenvoudigen, en tevens om onder meer de omgang met museale collecties wettelijk vorm te geven, het vervreemden van cultuurgoederen in bezit van overheden te regelen en het stelsel van kwaliteitsborging in de archeologie te moderniseren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • archeologisch monument: terrein dat deel uitmaakt van cultureel erfgoed vanwege de daar aanwezige overblijfselen, voorwerpen of andere sporen van menselijke aanwezigheid in het verleden, met inbegrip van die overblijfselen, voorwerpen en sporen;

  • archeologische vondst: overblijfsel, voorwerp of ander spoor van menselijke aanwezigheid in het verleden afkomstig van een archeologisch monument;

  • beschermd cultuurgoed: cultuurgoed dat:

    1. als zodanig is aangewezen op grond van artikel 3.7, eerste lid;

    2. voorkomt in een opsomming als bedoeld in artikel 3.7, derde lid; of

    3. in geval van de aanwijzing van een beschermde verzameling op grond van artikel 3.8, eerste lid, zolang nog geen opsomming voor die verzameling is vastgesteld, redelijkerwijs onder de algemene omschrijving van die beschermde verzameling valt;

  • beschermde verzameling: verzameling die is aangewezen op grond van artikel 3.7, tweede lid;

  • certificaat: certificaat als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid;

  • college van staat: het Kabinet van de Koning, de Staten-Generaal, de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs of de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;

  • cultureel erfgoed: uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden;

  • cultuurgoed: roerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed;

  • ensemble: een op grond van artikel 3.13 aangewezen rijksmonument met cultuurgoederen;

  • inspecteur: inspecteur als bedoeld in artikel 8.3;

  • instelling: krachtens privaatrecht opgerichte rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid;

  • kerkelijk monument: monument dat eigendom is van een kerkgenootschap, een zelfstandig onderdeel daarvan, een lichaam waarin kerkgenootschappen zijn verenigd, of van een ander genootschap op geestelijke grondslag en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging;

  • monument: onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed;

  • museaal cultuurgoed van de Staat: cultuurgoed van bijzonder belang dat eigendom is van de Staat of waarvan de zorg aan de Staat is toevertrouwd;

  • normaal onderhoud: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde;

  • Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • opgraving: handelingen als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid;

  • restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel;

  • rijksmonument: monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister;

  • rijksmonumentenregister: register als bedoeld in artikel 3.3;

  • Staat: Staat der Nederlanden;

  • Verordening (EU) 2019/880: Verordening (EU) 2019/880 van het Europees parlement en de Raad van 17 april 2019, betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen (PbEU 2019, L 151);

  • verzameling: cultuurgoederen die uit cultuurhistorisch of wetenschappelijk oogpunt bij elkaar horen.

Artikel 1.2. Reikwijdte

De bepalingen van hoofdstuk 5 zijn van toepassing in de aansluitende zone, bedoeld in artikel 1 van de rijkswet instelling aansluitende zone.

Artikel 1.3. Rapportage staat van het cultureel erfgoed

Hoofdstuk 2. Beheer van collecties

§ 2.1. Museale cultuurgoederen van de Staat

Artikel 2.1. In goede staat houden

Artikel 2.2. Toegankelijkheid

Artikel 2.3. Veilig stellen

Artikel 2.4. Registratie en administratie

Artikel 2.5. Beëindigen van het beheer

Artikel 2.6. Rol Minister van OCW

Artikel 2.7. Nadere regels

§ 2.2. Taak tot beheer van collecties

Artikel 2.8. Belasten met een taak

Artikel 2.9. Te beheren cultuurgoederen

Artikel 2.10. Planmatig beleid

Artikel 2.11. Intrekken taak

Hoofdstuk 3. Aanwijzing als beschermd erfgoed

§ 3.1. Aanwijzing van monument en archeologisch monument

Artikel 3.1. Aanwijzing als rijksmonument

Artikel 3.2. UOV van toepassing

Artikel 3.3. Rijksmonumentenregister

Artikel 3.4. Wijziging rijksmonumentenregister

Artikel 3.5. Wijziging kadastrale aanduiding

Artikel 3.6. Openbare registers leidend

§ 3.2. Aanwijzing van cultuurgoed en verzameling

Artikel 3.7. Aanwijzing als beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling

Artikel 3.8. Spoedaanwijzing als beschermde verzameling

Artikel 3.9. Toestemming eigenaar nodig voor aanwijzing

Artikel 3.10. Niet-aanwijzing

Artikel 3.11. Register beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen

Artikel 3.12. Wijziging in aanwijzing

§ 3.3. Aanwijzing van ensemble

Artikel 3.13. Aanwijzing als ensemble

Artikel 3.14. Informatiesysteem en rijksmonumentenregister

Artikel 3.15. Wijziging in aanwijzing

§ 3.4. Gemeentelijk en provinciaal erfgoed

Artikel 3.16. Gemeentelijk erfgoed

Artikel 3.17. Provinciaal erfgoed

§ 3.5. Aanwijzing van internationaal en Europees cultuurgoed

Artikel 3.18. Aanwijzing als cultuurgoed UNESCO-verdrag 1970 en Richtlijn 2014/60/EU

Hoofdstuk 4. Bescherming van erfgoed

§ 4.1. Beschermd cultuurgoed

Artikel 4.1. Begripsbepaling

Artikel 4.2. Mededelingsplicht eigenaar

Artikel 4.3. Medewerking aan toezicht

Artikel 4.4. Verbod op handeling zonder melding

Artikel 4.5. Verbod op handeling zonder toestemming

Artikel 4.6. Verbod op handeling na bedenkingen

Artikel 4.7. Voorschriften bij bedenkingen

Artikel 4.8. Geen bedenkingen

Artikel 4.9. Mededeling bedenkingen in Staatscourant

Artikel 4.10. Aanmelding van mogelijke kopers; aanbod tot aankoop door Staat

Artikel 4.11. Uitzondering bij voorschriften

Artikel 4.12. Opschorten termijn

Artikel 4.13. Minister treedt in onderhandeling

Artikel 4.14. Rechtbank Den Haag stelt prijs vast

Artikel 4.15. Afzien van bedenkingen of handeling

Artikel 4.16. Vergoeding uitgaven door Minister

§ 4.2. Cultuurgoed van Staat, provincie, gemeente of andere publiekrechtelijke rechtspersoon

Artikel 4.17. Bekendmaking voornemen tot vervreemding

Artikel 4.18. Advies bij vervreemding cultuurgoed of verzameling

Artikel 4.19. Reikwijdte advies

Artikel 4.20. Adviescommissie

Artikel 4.21. Verplichting om Minister te informeren

§ 4.3. Cultuurgoed in openbare of kerkelijke collectie

Artikel 4.22. Verbod op buiten Nederland brengen zonder toestemming

§ 4.4. Verordening (EG) nr. 116/2009 en Verordening (EU) nr. 2019/880

Artikel 4.23. Verbod op uitvoer buiten EU zonder vergunning

Artikel 4.23a. Verbod binnenbrengen cultuurgoederen

Hoofdstuk 5. Archeologische monumentenzorg

§ 5.1. Het verrichten van opgravingen

Artikel 5.1. Opgravingsverbod

Artikel 5.2. Certificerende instellingen

Artikel 5.3. Verstrekken certificaat

Artikel 5.4. Voorwaarden certificaat

Artikel 5.5. Nadere regels rond de certificering

Artikel 5.6. Melden opgraving en overdragen vondsten en rapporten

§ 5.2. Eigendom van vondsten bij het verrichten van opgravingen

Artikel 5.7. Eigendom van archeologische vondsten

§ 5.3. Depots voor vondsten bij het verrichten van opgravingen

Artikel 5.8. In stand houden depots

Artikel 5.9. Opslag archeologische vondsten

§ 5.4. Meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming

Artikel 5.10. Archeologische toevalsvondst

Artikel 5.11. Waarneming

§ 5.5. Centraal archeologisch informatiesysteem en wijze van melding

Artikel 5.12. Informatiesysteem

Artikel 5.13. Wijze van melding

Hoofdstuk 6. Internationale teruggave

§ 6.1. Teruggave cultuurgoederen uit partijstaten UNESCO-verdrag 1970

Artikel 6.1. Begripsbepalingen

Artikel 6.2. Uitvoering verplichtingen Unesco-verdrag 1970

Artikel 6.3. Verbod binnenbrengen onrechtmatig uitgevoerde of ontvreemde cultuurgoederen

Artikel 6.4. In bewaring nemen

Artikel 6.5. Op schrift stellen inbewaringneming

Artikel 6.6. Eindigen van de inbewaringneming

Artikel 6.7. Vordering tot teruggave

Artikel 6.8. Beperking toepassing

§ 6.2. Teruggave cultuurgoederen uit bezet gebied

Artikel 6.9. Begripsbepalingen

Artikel 6.10. Verbod binnenbrengen of onder zich houden cultuurgoed uit bezet gebied

Artikel 6.11. In bewaring nemen cultuurgoed uit bezet gebied

Artikel 6.12. Op schrift stellen inbewaringneming

Artikel 6.13. Kosten inbewaringneming cultuurgoed uit bezet gebied

Artikel 6.14. Eindigen van de inbewaringneming

Artikel 6.15. Vordering tot teruggave

Hoofdstuk 7. Financiële bepalingen

§ 7.1. Subsidiegrondslagen

Artikel 7.1. Algemene grondslag

Artikel 7.2. Beheer collecties

Artikel 7.3. Instandhouding monumenten

§ 7.2. Regels voor subsidieverstrekking

Artikel 7.4. Begrotingsvoorbehoud

Artikel 7.5. Subsidieplafonds

Artikel 7.6. Weigeringsgrond subsidie instandhouding rijksmonument

Artikel 7.7. Nadere regels

§ 7.3. Leningen voor de instandhouding van rijksmonumenten

Artikel 7.8. Lening

Hoofdstuk 8. Handhaving en toezicht

§ 8.1. Algemene bepalingen

Artikel 8.1. Handhavingstaak

Artikel 8.2. Last onder bestuursdwang

§ 8.2. Aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren

Artikel 8.3. Toezichthouders

Artikel 8.4. Opsporingsambtenaren

Artikel 8.5. Plaatsing in de Staatscourant

§ 8.3. Bijzondere bevoegdheden en taken toezichthouders

Artikel 8.6. Bijzondere bevoegdheden

Artikel 8.7. Bijzondere bepalingen voor toezicht op beheer collecties

Artikel 8.8. Opsporen beschermde cultuurgoederen lidstaten EU

Hoofdstuk 9. Overgangsrecht

Artikel 9.1. Omgevingswet

Artikel 9.2. Beschermde zaken

Artikel 9.3. Eerbiedigende werking Monumentenwet 1988

Artikel 9.4. Eerbiedigende werking Wet tot behoud van cultuurbezit

Artikel 9.5. Besluiten tot inbewaringneming

Artikel 9.6. Opgravingsvergunning

Hoofdstuk 10. Intrekken en wijzigen andere wetten

§ 10.1. Intrekken en omhangen wettelijke regelingen

Artikel 10.1. Intrekking

Artikel 10.2. Nieuwe grondslag

§ 10.2. Wijziging van andere wetten

Artikel 10.3. Algemene douanewet

Artikel 10.4. Algemene wet bestuursrecht

Artikel 10.5. Burgerlijk Wetboek Boek 3

Artikel 10.6. Comptabiliteitswet 2001

Artikel 10.7. Crisis- en herstelwet

Artikel 10.8. Ontgrondingenwet

Artikel 10.9. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Artikel 10.10. Wet inkomstenbelasting 2001

Artikel 10.11. Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Artikel 10.12. Wet milieubeheer

Artikel 10.13. Wet op de economische delicten

Artikel 10.14. Wet op het specifiek cultuurbeleid

Artikel 10.15. Wet tot oprichting van de naamloze vennootschap De Nederlandse Munt N.V.

Artikel 10.16. Wetboek van burgerlijke rechtsvordering

Artikel 10.17. Wet waardering onroerende zaken

Artikel 10.18. Monumentenwet 1988

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Artikel 11.1. Citeertitel

Artikel 11.2. Inwerkingtreding