Home

Wet minimumlonen BES

Geldig van 1 januari 2023 tot 1 januari 2024
Geldig van 1 januari 2023 tot 1 januari 2024

Wet minimumlonen BES

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024]

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde, wordt onder Onze Minister verstaan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

1.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt ten aanzien van een dienstbetrekking onder normale arbeidsduur verstaan de arbeidsduur die in soortgelijke dienstbetrekkingen ingevolge de overeenkomsten waarop zij plegen te berusten, het arbeidsreglement, de collectieve arbeidsovereenkomst of de betrokken wettelijke regeling als volledige dienstbetrekking wordt beschouwd.

2.

Onze Minister kan ambtshalve dan wel op gezamenlijk verzoek van een werkgever of een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie van werkgevers en een zodanige organisatie van werknemers ten aanzien van een door hem aangewezen categorie dienstbetrekkingen de arbeidsduur vaststellen die voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde als normale arbeidsduur wordt beschouwd.

Artikel 3

1.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt onder dienstbetrekking verstaan de dienstbetrekking krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

2.

Onder dienstbetrekking wordt mede verstaan de arbeidsverhouding van degene die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld bemiddeling verleent bij het tot stand komen van overeenkomsten van die ander – of een opdrachtgever van deze – met derden, mits hij de bedoelde bemiddeling uitsluitend voor die ander verleent, het verlenen van die bemiddeling niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is en hij zich daarbij doorgaans niet door meer dan twee personen laat bijstaan.

3.

Onder dienstbetrekking wordt niet verstaan de arbeidsverhouding tussen de werkgever en zijn echtgenoot of tussen de werkgever en een bij hem inwonend pleegkind of een bij hem inwonende bloed- of aanverwant in de rechte lijn of in de zijlijn tot en met de derde graad.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Hoofdstuk II. Minimumloon

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 12a

Artikel 13

Hoofdstuk IIa. Toezicht

Artikel 13a

Hoofdstuk III. Straf- en Slotbepalingen

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23