Home

Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart

Geldig van 31 december 2020 tot 1 januari 2024
Geldig van 31 december 2020 tot 1 januari 2024

Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 31-12-2020 tot 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie van 5 maart 1999, nr. DGRLD/JBZ/L 99 210113, Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst;

Gelet op de artikelen 1.2, tweede lid, 2.2, derde lid, 2.3, tweede, vijfde en zesde lid, 2.4, tweede, derde en vierde lid, 2.7, vierde lid, 2.9, eerste lid, 3.30, 5.11, en 5.16, tweede lid, van de Wet luchtvaart;

De Raad van State gehoord (advies van 21 mei 1999, nr. W09.99.0097/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie van 15 juli 1999, nr. DGRLD/JBZ/L 99.210417, Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • AML: bewijs van bevoegdheid voor onderhoudstechnicus (Aircraft Maintenance Licence);

  • ASO: bewijs van bevoegdheid voor het bedienen van een luchtvaartstation (Aeronautical Station Operator);

  • CPL: bewijs van bevoegdheid voor beroepsvlieger (Commercial Pilot Licence);

  • CSR: bevoegdverklaring voor landbouwvliegen (Crop Spray Rating);

  • bevoegdverklaring: op een bewijs van bevoegdheid aangebrachte of daarmee samenhangende en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin specifieke aan de vergunning verbonden voorwaarden, rechten of beperkingen zijn aangegeven

  • EVLOS: bevoegdverklaring om een RPA te bedienen binnen een vergrote zichtafstand (extended visual line of sight);

  • FISO: bewijs van bevoegdheid voor het verstrekken van vluchtinformatie en alarmering (Flight Information Service Officer);

  • LAPL: bewijs van bevoegdheid voor de besturing van lichte vliegtuigen (Light Aeroplane Pilot License) als bedoeld in verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (Pb L 311);

  • LPE: aantekening betreffende de taalvaardigheid (Language Proficiency Endorsement);

  • luchtschip: luchtvaartuig, lichter dan lucht, dat is voorzien van een voortstuwingsinrichting en een besturingsinrichting;

  • luchthaveninformatie:

    1. 1°.

      informatie overeenkomend met de betekenis van de in verordening (EU) nr. 923/2012 opgenomen grondtekens die op de luchthaven zijn uitgelegd,

    2. 2°.

      informatie van windrichting of sterkte, verkregen uit ter beschikking staande middelen, zoals windmeter en windzak,

    3. 3°.

      informatie omtrent omstandigheden die het gebruik van de luchthaven kunnen beperken,

    4. 4°.

      informatie over luchtverkeersactiviteiten op en in de nabijheid van de luchthaven,

    5. 5°.

      informatie over de te volgen taxiprocedures,

    6. 6°.

      informatie over de te gebruiken parkeerplaatsen, of

    7. 7°.

      meteorologische inlichtingen verkregen overeenkomstig de Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen 2006;

  • luchthaveninformatieverstrekker: persoon die op grond van dit besluit bevoegd is luchthaveninformatie te verstrekken;

  • modelluchtvaartuig: luchtvaartuig, niet in staat een mens te dragen, en uitsluitend gebruikt voor luchtvaartvertoning, recreatie of sport;

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • OPC: Communicatie ten behoeve van het uitwisselen van berichten tussen het grondstation van de luchtvaartmaatschappij en haar luchtvaartuigen, of tussen grondstation en luchtvaartuigen waarvoor het station de uitvoerende organisatie is (Operational Control Communication);

  • RFI: bevoegdverklaring recreatief vlieginstructeur (Recreational Flight Instructor);

  • RPA: op afstand bestuurd luchtvaartuig (remotely piloted aircraft), onbemand, niet zijnde een modelluchtvaartuig;

  • RPA-L: bewijs van bevoegdheid voor bestuurder van een RPA (remote pilot license);

  • RPAS: RPA, het daarbij horend grondstation, het vereiste besturingssysteem en andere in het type ontwerp gespecificeerde componenten;

  • RPA waarnemer: door de luchtvaartexploitant aangewezen geoefend en bekwaam persoon die door visuele waarneming van het RPA de bestuurder bij staat in de veilige uitvoering van de vlucht;

  • RPL: bewijs van bevoegdheid voor recreatief vlieger (Recreational Pilot Licence);

  • RT: bevoegdverklaring radiotelefonie (Radio Telephony);

  • schermvliegtuig: zweeftoestel zonder starre hoofdstructuur, dat kan worden gedragen en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de bestuurder;

  • TMG: motorzweefvliegtuig met een integraal gemonteerde niet intrekbare motor en een niet intrekbare propeller, dat in staat is om op eigen kracht op te stijgen en te klimmen (Touring Motor Glider);

  • uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/947: uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen (PbEU 2019, L 152);

  • verdrag: Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb.  1973, 109);

  • verordening (EG) nr. 2042/2003: verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PbEU L 315);

  • verordening (EU) nr. 1178/2011: verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311);

  • verordening (EU) nr. 2015/340: verordening (EU) 2015/340 van de Commissie van 20 februari 2015 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot vergunningen en certificaten van luchtverkeersleiders overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 805/2011 van de Commissie (PB L 63);

  • verordening (EU) nr. 923/2012: uitvoeringsverordening (EU) 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PB L 281);

  • vliegtuig: gemotoriseerd luchtvaartuig met vaste vleugels, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht gehouden kan worden door aërodynamische reactiekrachten op zijn vleugels;

  • VLOS: bevoegdverklaring om een RPAS te bedienen binnen zichtafstand (visual line of sight);

  • vluchtinformatieverstrekker: persoon, die op grond van een FISO bevoegd is tot het geven van advies, inlichtingen en alarmering aan luchtverkeer of grondverkeer;

  • vrije ballon: luchtvaartuig, lichter dan lucht, niet voorzien van een voortstuwingsinstallatie en ingericht en bestemd om ten minste één persoon te vervoeren;

  • wet: Wet luchtvaart;

  • zeilvliegtuig: zweeftoestel met starre hoofdstructuur, dat kan worden gedragen en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de bestuurder;

  • zweeftoestel: luchtvaartuig niet zijnde een TMG, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht kan worden gehouden door aerodynamische reactiekrachten en waarvan de vrije vlucht niet afhankelijk is van een motor;

  • zweefvliegtuig: zweeftoestel met vaste vleugel.

Artikel 1a

Dit besluit berust tevens op de artikelen 1.5, 2.9, tweede en vierde lid, en 7.6 van de wet.

Artikel 1b

Artikel 1c

Hoofdstuk 2. Luchtvarenden, boordwerktuigkundigen en onderhoudstechnici

Paragraaf 1. Bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen

Artikel 2

Artikel 2a

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7 [Vervallen per 15-03-2014]

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Paragraaf 2. De opleidingsinstelling

Artikel 13

Paragraaf 3. Het examen

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15a [Vervallen per 01-10-2004]

Artikel 16

Hoofdstuk 3. Bedieners van een luchtvaartstation en vluchtinformatieverstrekkers

Paragraaf 1. Bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 22a

Artikel 22b

Artikel 22c

Artikel 22d

Artikel 23

Artikel 24

Paragraaf 2. Opleiding en kwalificatie

Artikel 24a

Artikel 24b

Artikel 24c

Artikel 24d

Paragraaf 3. [Vervallen per 01-01-2018]

Artikel 25 [Vervallen per 01-01-2018]

Artikel 26 [Vervallen per 15-03-2014]

Artikel 27 [Vervallen per 21-09-2005]

Artikel 28 [Vervallen per 01-01-2018]

Artikel 29 [Vervallen per 15-03-2014]

Hoofdstuk 4. Medische verklaring

Paragraaf 1. Keuring

Artikel 30

Artikel 31

Paragraaf 2. Herbeoordeling

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Hoofdstuk 5. Schorsing

Artikel 36

Hoofdstuk 5a. Uitvoering van internationale verplichtingen en overige bepalingen

Artikel 36a

Artikel 36b

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 37

Artikel 38 [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 39 [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 40 [Vervallen per 01-10-2004]

Artikel 41 [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 42

Artikel 43

Bijlage [Vervallen per 01-01-2018]