Home

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Geldig van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023
Geldig van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2022 tot 01-01-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met de intrekking van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet een regeling te treffen met betrekking tot een arbeidsongeschiktheidsverzekering alsmede om een regeling te treffen ter zake van een uitkering in verband met bevalling voor personen die als zelfstandige werkzaam zijn, voor beroepsbeoefenaren en voor meewerkende echtgenoten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Algemene begrippen

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  2. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  3. verzekerde: de persoon, bedoeld in artikel 3;

  4. arbeidsongeschiktheidsuitkering: een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van deze wet;

  5. dienstbetrekking: een dienstbetrekking in de zin van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  6. winst uit onderneming: de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet en de MKB-winstvrijstelling bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet;

  7. winst uit Nederlandse onderneming: de belastbare winst uit Nederlandse onderneming, bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet en de MKB-winstvrijstelling bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet;

  8. aanmerkelijk belang: aanmerkelijk belang als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  9. inkomsten uit tegenwoordige arbeid: het gezamenlijke bedrag van:

    1. 1°.

      het belastbaar loon uit tegenwoordige arbeid, bedoeld in afdeling 3.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

    2. 2°.

      het belastbaar loon ter zake van het in Nederland verrichten van arbeid, bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

    3. 3°.

      het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in afdeling 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoudens voorzover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en

    4. 4°.

      het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland, bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoudens voorzover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  10. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;

  11. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen, behoudens de gevallen, bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en in artikel 2.3 van de Wet forensische zorg;

  12. justitiële inrichting: een penitentiaire inrichting, een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden, of een inrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  13. reïntegratiebedrijf: een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert;

  14. resterende verdiencapaciteit: datgene dat de persoon, die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van deze wet nog met arbeid kan verdienen en dat bij of krachtens artikel 2 is vastgesteld;

  15. vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel: een bij onherroepelijk geworden vonnis opgelegde vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, behoudens de gevallen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  16. uitreiziger: persoon ten aanzien van wie op grond van een melding van de opsporingsdiensten of inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gericht aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, is gebleken dat het gegronde vermoeden bestaat dat deze persoon zich buiten Nederland bevindt met het doel om zich aan te sluiten bij een organisatie die is geplaatst op de lijst van organisaties, bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

2.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:

  1. echtgenoot: geregistreerde partner;

  2. echtgenoten: geregistreerde partners;

  3. gehuwd: als partner geregistreerd.

3.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:

  1. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde meerderjarige die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  2. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.

4.

Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.

5.

Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:

  1. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de toepassing van deze wet daarmee gelijk zijn gesteld;

  2. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander;

  3. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of

  4. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het vierde lid.

6.

Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel d.

7.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het blijk geven zorg te dragen voor een ander, zoals bedoeld in het vierde lid.

8.

Onder bloedverwant in de eerste graad als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, wordt mede verstaan een meerderjarig aangehuwd kind of een meerderjarig voormalig pleegkind van de ongehuwde meerderjarige.

9.

Onder voormalig pleegkind als bedoeld in het achtste lid wordt verstaan een pleegkind voor wie de ongehuwde meerderjarige een pleegvergoeding ontving of ontvangt op grond van de Wet op de jeugdzorg of de Jeugdwet, of kinderbijslag ontving op grond van de Algemene Kinderbijslagwet.

Artikel 2. Begrip arbeidsongeschiktheid

1.

Arbeidsongeschikt, geheel of gedeeltelijk, is de persoon die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling geheel of gedeeltelijk niet in staat is om met arbeid te verdienen, hetgeen gezonde personen, met soortgelijke opleiding en ervaring, ter plaatse waar hij arbeid verricht of het laatst heeft verricht, of in de omgeving daarvan, met arbeid gewoonlijk verdienen.

2.

De verzekerde die op en sedert het tijdstip dat zijn verzekering een aanvang neemt, reeds gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in de zin van het eerste lid, wordt voor wat de door hem aan deze wet te ontlenen aanspraken betreft als geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt aangemerkt, indien hij als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling geheel of gedeeltelijk niet in staat is om met arbeid te verdienen, hetgeen soortgelijke personen, die in dezelfde mate arbeidsongeschikt zijn in de zin van het eerste lid, ter plaatse waar hij arbeid verricht of het laatst heeft verricht, of in de omgeving daarvan, met arbeid gewoonlijk verdienen.

3.

Indien de bij de aanvang van de verzekering aanwezige arbeidsongeschiktheid in de zin van het eerste lid naderhand is afgenomen vindt het tweede lid vervolgens overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de aanvang van de verzekering in de plaats treedt het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid in de zin van het eerste lid is afgenomen.

4.

Onder de in het eerste en tweede lid eerstgenoemde arbeid wordt verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de verzekerde met zijn krachten en bekwaamheden in staat is.

5.

Bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt buiten beschouwing gelaten of de verzekerde de arbeid feitelijk kan verkrijgen.

6.

Bij de toepassing van dit artikel wordt buiten beschouwing gelaten, hetgeen wordt of kan worden ontvangen voor arbeid verricht bij wijze van sociale werkvoorziening.

7.

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste tot en met zesde lid nadere en zonodig afwijkende regels worden gesteld.

8.

De voordracht voor een krachtens het zevende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur, dan wel de vaststelling van een ministeriële regeling op basis van een dergelijke algemene maatregel van bestuur, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

9.

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent een afwijkende wijze van vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid in gevallen waarin recht bestaat op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en een uitkering inzake arbeidsongeschiktheid op grond van een andere wettelijke regeling ter verzekering tegen geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.

10.

Bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid als bedoeld in deze wet maakt de verzekeringsarts zo veel mogelijk gebruik van wetenschappelijke inzichten die de beoordeling van arbeidsongeschiktheid kunnen ondersteunen.

Hoofdstuk 2. Kring van verzekerden

Artikel 3. De verzekerde

Artikel 3a. Afwijking kring verzekerden

Artikel 4. Zelfstandige

Artikel 4a. Zelfstandigheidsverklaring

Artikel 5. Beroepsbeoefenaar

Artikel 6. Meewerkende echtgenoot

Hoofdstuk 3. De uitkeringen

Afdeling 1. Het recht op en de hoogte van de uitkering

§ 1. De arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel 7. Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering
Artikel 7a. Geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering bij niet in Nederland wonen
Artikel 7b. Geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering tijdens vrijheidsontneming
Artikel 7c. Geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering tijdens onttrekking aan vrijheidsontneming
Artikel 7d. Geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering voor uitreiziger
Artikel 8. Grondslag van de uitkering
Artikel 9. Percentage arbeidsongeschiktheidsuitkering
Artikel 10. Verhoging arbeidsongeschiktheidsuitkering
Artikel 11. Buiten aanmerking laten van arbeidsongeschiktheid
Artikel 12. Herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering
Artikel 13. Herziening bij minder dan 45% arbeidsongeschiktheid
Artikel 14. Herziening bij 45% arbeidsongeschiktheid of meer
Artikel 15. Herziening uitkering zonder wachttijd
Artikel 16. Herziening bij toeneming arbeidsongeschiktheid binnen vijf jaar
Artikel 16a. Samenloop met Ziektewet
Artikel 17. Grondslagvaststelling bij toeneming arbeidsongeschiktheid
Artikel 18. Overige gronden voor herziening of intrekking
Artikel 19. Einde van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering
Artikel 19a. Einde van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering bij niet in Nederland wonen
Artikel 20. Toekenning uitkering binnen vijf jaar na intrekking of niet-toekenning
Artikel 21. Heropening van de uitkering
Artikel 21a. Heropening van de uitkering bij terugkomst naar Nederland en na de inwerkingtreding van een verdrag
Artikel 21b. Heropening van de uitkering na afloop vrijheidsontneming
Artikel 21c. Heropening van de uitkering na afloop onttrekking vrijheidsontneming
Artikel 21d. Heropening van de uitkering na beëindiging deelname aan terroristische organisatie of terugkeer in Nederland

§ 2. [Vervallen.]

Artikel 22 [Vervallen per 01-12-2001]
Artikel 22a [Vervallen per 01-12-2001]
Artikel 23 [Vervallen per 01-12-2001]
Artikel 24 [Vervallen per 01-12-2001]

§ 3. Vakantie-uitkering

Artikel 25. Recht op vakantie-uitkering
Artikel 26. Hoogte van de vakantie-uitkering
Artikel 27. Recht op vakantie-uitkering over overlijdensuitkering

§ 4. Garantie voor oudere arbeidsongeschikten

Artikel 28 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 29. Garantie voor oudere arbeidsongeschikten
Artikel 30 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 31 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 32 [Vervallen per 01-01-1998]

Afdeling 2. Het geldend maken van het recht op uitkering

§ 1. Melding

Artikel 33. Melding gedurende wachttijd
Artikel 34 [Vervallen per 01-12-2001]

§ 2. Toekenning

Artikel 35. Toekenning arbeidsongeschiktheidsuitkering
Artikel 36. Ingangsdatum uitkering
Artikel 37. Herziening en heropening op aanvraag of ambtshalve
Artikel 38. Ingangsdatum herziening en heropening uitkering
Artikel 39 [Vervallen per 01-12-2001]
Artikel 40. Toekenning vakantie-uitkering
Artikel 41. Oproep en onderzoek door of namens het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Artikel 42. Vergoeding kosten en tijdverlies
Artikel 43. Voorschriften van medische of administratieve aard
Artikel 44. Controlevoorschriften

§ 3. Maatregelen en bestuurlijke boeten

Artikel 45. Gevolgen weigeren onderzoek
Artikel 46. Gevolgen niet-naleving voorschriften
Artikel 47. Afstemming maatregel op ernst gedraging
Artikel 48. Bestuurlijke boete bij niet-nakoming inlichtingenverplichting
Artikel 49 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 50 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 51 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 52 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 53 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 54. Invordering bestuurlijke boete
Artikel 54a [Vervallen per 01-01-2017]
Artikel 54b. In kennisstellen reïntegratiebedrijf van sanctie-oplegging

Afdeling 3. De betaling van de uitkering

Artikel 55. Betaalbaarstelling

Artikel 55a. Opschorting en hervatting betaalbaarstelling

Artikel 55b. Opschorting betaling bij vertrek naar onbekende bestemming

Artikel 56 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 57. Betaling aan instellingen

Artikel 58. Inkomsten uit arbeid tijdens uitkering

Artikel 59. Samenloop met Wet WIA-uitkeringen

Artikel 59a. Samenloop met andere uitkeringen

Artikel 60. Betaling van vakantie-uitkering

Artikel 61. Overlijdensuitkering

Artikel 62. Verjaringstermijn

Artikel 63. Terugvordering

Artikel 64. Invordering bij dwangbevel

Artikel 65. Nadere regelgeving

Artikel 65a. Schuldregeling

Artikel 65b. Preferentie

Artikel 66. Onvervreemdbaarheid van verstrekkingen

Artikel 67. Niet voor beslag vatbare verstrekkingen

Hoofdstuk 3A. Reïntegratie-instrumenten

Artikel 67a. Loonsuppletie

Artikel 67b. Inkomenssuppletie

Artikel 67c [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 67d. Recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling van Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Artikel 67e. Proefplaatsing

Artikel 67f [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 67g [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 67h

Hoofdstuk 3B. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 67i. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Hoofdstuk 4. De invloed van de verzekering op het burgerlijk recht

Artikel 68. Samenloop aanspraken

Artikel 69. Regresrecht

Hoofdstuk 5. Het verstrekken van inlichtingen

Artikel 70. Verplichting tot verstrekken van inlichtingen

Hoofdstuk 6. [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 71 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 72 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 72a [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 73 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 74 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 75 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 76 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 77 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 78 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 79 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 80 [Vervallen per 01-01-2005]

Hoofdstuk 7. Uitvoering

Artikel 81. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Artikel 82 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 83 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 84 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 85 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 86. Werkzaamheden verricht door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij heropening

Artikel 87 [Vervallen per 31-12-1998]

Artikel 88 [Vervallen per 01-07-1998]

Hoofdstuk 8. [Vervallen per 01-08-2004]

Artikel 89 [Vervallen per 01-08-2004]

Artikel 90 [Vervallen per 01-08-2004]

Artikel 91 [Vervallen per 01-08-2004]

Artikel 92 [Vervallen per 01-08-2004]

Artikel 93 [Vervallen per 01-08-2004]

Hoofdstuk 9. Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en het beroep in cassatie

Artikel 94 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 95. Beslistermijn

Artikel 95a. Bijzondere beslistermijnen

Artikel 95b [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 96. Beslistermijn Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij bezwaarschrift

Artikel 97. Medische bezwaarschriftprocedure

Artikel 98. Beroep in cassatie

Artikel 98a [Vervallen per 01-01-2010]

Hoofdstuk 9A. Overgangsbepalingen

Artikel 98b. Overgangsrecht intrekking Wet REA

Hoofdstuk 10. Strafbepalingen

Artikel 99. Strafbepaling

Artikel 99a [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 99b [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 99c [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 100 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 101. Overtredingen

Hoofdstuk 10A. Overgangsbepalingen

Artikel 101a. Overgangsrecht in verband met de Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten

Artikel 101b. Overgangsrecht in verband met de Wet beperking export uitkeringen

Artikel 101c. Overgangsrecht in verband met artikel 69, derde lid

Artikel 101d. Mogelijkheid vervallen loonkostensubsidie

Artikel 101e [Vervallen per 01-07-2017]

Artikel 101f [Vervallen per 01-01-2021]

Artikel 101g. Overgangsrecht in verband met opzegging of beëindiging voorlopige toepassing verdragen

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Artikel 102. Buiten toepassingverklaring van Algemene termijnenwet

Artikel 102a [Vervallen per 01-01-2004]

Artikel 103. Inwerkingtreding

Artikel 104. Citeertitel