In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
binnenwateren: de wateren die in Nederland zijn gelegen binnen een langs de Nederlandse kust gaande, krachtens artikel 1, eerste lid, onderdeel a van de Schepenwet aangewezen lijn;
gevaarlijke stoffen:
ontplofbare stoffen en voorwerpen,
samengeperste, vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen,
brandbare vloeistoffen,
brandbare vaste stoffen,
voor zelfontbranding vatbare stoffen,
stoffen die bij aanraking met water brandbare gassen ontwikkelen,
stoffen die de verbranding bevorderen,
organische peroxiden,
giftige stoffen,
infectueuze stoffen,
bijtende stoffen, of
andere stoffen die voor de mens of het milieu gevaarlijk kunnen zijn, indien de stof krachtens artikel 3 is aangewezen;
hoofdspoorweg: een krachtens artikel 2 van de Spoorwegwet aangewezen hoofdspoorweg;
internationaal vervoer: vervoer waarbij de Nederlandse grens wordt gepasseerd;
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
vervoermiddel: voertuig, vaartuig of wagen als bedoeld in richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land.