Home

Wegenverkeerswet 1994

Geldig van 1 mei 1995 tot 1 juni 1996
Geldig van 1 mei 1995 tot 1 juni 1996

Wegenverkeerswet 1994

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-05-1995 tot 01-06-1996]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels inzake het verkeer op de weg opnieuw vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  2. wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

  3. motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders;

  4. aanhangwagen: een voertuig dat kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een motorrijtuig. In het bepaalde krachtens deze wet kan onder aanhangwagen tevens worden verstaan een voertuig dat kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een ander voertuig dan een motorrijtuig;

  5. bromfietsen: motorrijtuigen op twee of drie wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur en uitgerust met een verbrandingsmotor met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 of met een elektromotor, alsmede motorrijtuigen die zijn voorzien van een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde aanduiding; als bromfietsen worden mede aangemerkt vierwielige motorrijtuigen:

    1. met een ledige massa van minder dan 350 kg, de massa van de batterijen in elektrische voertuigen niet inbegrepen,

    2. met een door de constructie bepaalde maximum snelheid van niet meer dan 45 km per uur, en

    3. uitgerust met een verbrandingsmotor met elektrische ontsteking met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 of uitgerust met een ander type motor met een netto maximum vermogen van ten hoogste 4 kW;

  6. typegoedkeuring: goedkeuring van tot een bepaald type behorende voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken of voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers;

  7. kenteken: een kenteken als bedoeld in artikel 36;

  8. kentekenbewijs: een kentekenbewijs als bedoeld in artikel 36;

  9. kentekenregister: het register, bedoeld in artikel 42;

  10. keuringsbewijs: een keuringsbewijs als bedoeld in artikel 72;

  11. [ Dit onderdeel is nog niet geldend;]

  12. [ Dit onderdeel is nog niet geldend;]

  13. bestuurder van een motorrijtuig: degene die het motorrijtuig bestuurt of degene die, overeenkomstig de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarde, wordt geacht het motorrijtuig onder zijn onmiddellijk toezicht te doen besturen;

  14. houder van een motorrijtuig of een aanhangwagen: degene die het voertuig:

    1. 1°.

      op grond van een overeenkomst van huurkoop onder zich heeft,

    2. 2°.

      in vruchtgebruik heeft, of

    3. 3°.

      anderszins, anders dan als eigenaar of bezitter, tot duurzaam gebruik onder zich heeft.

2.

Indien de eigenaar van een motorrijtuig of een aanhangwagen niet tevens bezitter is, treedt de bezitter voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet voor de eigenaar in de plaats.

3.

Degene aan wie een kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig of een aanhangwagen wordt, tenzij anders blijkt, voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet beschouwd als eigenaar of houder van dat motorrijtuig of die aanhangwagen.

4.

Voor de toepassing van de hoofdstukken III tot en met V van deze wet worden vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid mede als rechtspersoon aangemerkt.

Artikel 2

1.

De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen strekken tot:

  1. het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  2. het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  3. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  4. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

2.

De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen voorts strekken tot:

  1. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

  2. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

3.

De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen voorts strekken tot het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik.

4.

De vaststelling van regels bij ministeriële regeling ter uitvoering van het bij of krachtens deze wet bepaalde geschiedt in overeenstemming met Onze bij algemene maatregel van bestuur aangewezen ministers, indien deze regels strekken tot behartiging van de belangen, bedoeld in het tweede dan wel het derde lid.

Artikel 2a

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk II. Verkeersgedrag

§ 1. Gedragsregels

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

§ 2. Verkeerstekens en maatregelen op of aan de weg

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

§ 3. Vaststelling bebouwde kom

Artikel 20a

Hoofdstuk III. Toelating tot de weg

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 21

§ 2. Typegoedkeuring

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

§ 3. Individuele goedkeuring

Artikel 26

§ 4. Mededienstbaarheid toelatingskeuring aan andere wetten

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 30 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 31 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 32 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 33 [Vervallen per 01-01-1995]

§ 5. Verbodsbepalingen

Artikel 34

Artikel 35

Hoofdstuk IV. Kentekens en kentekenbewijzen

§ 1. Kentekenplicht

Artikel 36

Artikel 37

§ 2. Kentekens

Artikel 38

Artikel 40

Artikel 41

§ 3. Registratie van kentekens

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

§ 4. Kentekenbewijzen

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

§ 5. Erkenningsregeling bedrijfsvoorraad

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

§ 6. Schorsing

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Hoofdstuk V. Gebruik van voertuigen op de weg

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 71

§ 2. Periodieke keuringsplicht

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

§ 3. Aanvraag en afgifte van keuringsbewijzen

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

§ 4. Geldigheid keuringsbewijzen

Artikel 81

Artikel 82

§ 5. Erkenningsregeling periodieke keuring

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

§ 6. Herkeuring en deskundigenonderzoek

Artikel 90

Artikel 91

Artikel 92 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 93 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 94 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 95 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 96 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 97 [Vervallen per 01-01-1995]

§ 7. Wijziging in de constructie van voertuigen

Artikel 98

Artikel 99

§ 8. Erkenningsregeling wijziging constructie voertuigen

Artikel 100

Artikel 101

Artikel 102

Artikel 103

Artikel 104

§ 9. Keuring na invordering kentekenbewijs

Artikel 105

Artikel 106

Hoofdstuk VI. Rijvaardigheid en rijbevoegdheid

§ 1. Rijbewijsplicht

Artikel 107 [Nog niet in werking]

Artikel 108 [Nog niet in werking]

Artikel 108a

Artikel 108b

Artikel 108c

Artikel 109 [Nog niet in werking]

Artikel 110 [Nog niet in werking]

§ 2. Eisen ten aanzien van het geven van rijonderricht

Artikel 110a

§ 3. Algemene voorwaarden met betrekking tot de verkrijging van rijbewijzen

Artikel 111 [Nog niet in werking]

Artikel 112 [Nog niet in werking]

§ 4. Aanvraag van rijbewijzen

Artikel 113 [Nog niet in werking]

Artikel 114 [Nog niet in werking]

Artikel 115 [Nog niet in werking]

§ 5. Afgifte van rijbewijzen

Artikel 116 [Nog niet in werking]

Artikel 117 [Nog niet in werking]

Artikel 118 [Nog niet in werking]

Artikel 119 [Nog niet in werking]

Artikel 120 [Nog niet in werking]

Artikel 121 [Nog niet in werking]

§ 6. Geldigheidsduur

Artikel 122 [Nog niet in werking]

§ 7. Verlies van geldigheid

Artikel 123 [Nog niet in werking]

Artikel 124 [Nog niet in werking]

Artikel 125 [Nog niet in werking]

§ 8. Registratie van gegevens met betrekking tot rijbewijzen

Artikel 126 [Nog niet in werking]

Artikel 127 [Nog niet in werking]

Artikel 128 [Nog niet in werking]

Artikel 129 [Nog niet in werking]

§ 9. Maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid

Artikel 130 [Nog niet in werking]

Artikel 131 [Nog niet in werking]

Artikel 132 [Nog niet in werking]

Artikel 133 [Nog niet in werking]

Artikel 134 [Nog niet in werking]

§ 10. Bromfietscertificaat

Artikel 135 [Nog niet in werking]

Artikel 136 [Nog niet in werking]

Artikel 137 [Nog niet in werking]

Artikel 138 [Nog niet in werking]

Artikel 139 [Nog niet in werking]

Artikel 140 [Nog niet in werking]

Artikel 141 [Nog niet in werking]

Artikel 142 [Nog niet in werking]

Artikel 143 [Nog niet in werking]

Artikel 144 [Nog niet in werking]

Artikel 145 [Nog niet in werking]

Hoofdstuk VII. Vrijstelling en ontheffing

Artikel 146

Artikel 147

Artikel 148

Artikel 149

Artikel 150

Artikel 151

Hoofdstuk VIII. Kosten

Artikel 152

Artikel 153

Artikel 154

Artikel 155

Artikel 156

Artikel 156a

Artikel 157

Hoofdstuk IX. Toezicht en opsporing

Artikel 158

Artikel 159

Artikel 160

Artikel 161

Artikel 162

Artikel 163

Artikel 164

Artikel 165

Artikel 166

Artikel 167

Artikel 168

Hoofdstuk X. Bestuursdwang

Artikel 169

Artikel 170

Artikel 171

Artikel 172

Artikel 173

Artikel 174

Hoofdstuk XI. Strafbepalingen

Artikel 175

Artikel 176

Artikel 177

Artikel 178

Artikel 179

Artikel 180

Artikel 181

Artikel 182

Artikel 183

Artikel 184

Hoofdstuk XII. Civiele aansprakelijkheid

Artikel 185

Hoofdstuk XIII. Slotbepalingen

Artikel 186

Artikel 187

Artikel 188