Home

Wet melding ongebruikelijke transacties

Geldig van 26 juni 1998 tot 17 februari 1999
Geldig van 26 juni 1998 tot 17 februari 1999

Wet melding ongebruikelijke transacties

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 26-06-1998 tot 17-02-1999]
[Regeling ingetrokken per 01-08-2008]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (91/308/EEG), alsmede dat het wenselijk is de aanbevelingen 15, 16, 17, 20, 26, 28 en 32 van de Financial Action Task Force on money laundering van 30 mei 1990 in de Nederlandse wet- en regelgeving te implementeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. financiële dienst: het in of vanuit Nederland:

    1. 1°.

      in bewaring nemen van effecten, bankbiljetten, munten, muntbiljetten, edele metalen en andere waarden;

    2. 2°.

      openstellen van een rekening waarop een saldo in geld, effecten, edele metalen of andere waarden kan worden aangehouden;

    3. 3°.

      verhuren van een safe-loket;

    4. 4°.

      verrichten van een uitbetaling ter zake van het verzilveren van coupons of vergelijkbare stukken van obligaties of vergelijkbare waardepapieren;

    5. 5°.

      sluiten van een levensverzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, alsmede het daarbij verlenen van bemiddeling;

    6. 6°.

      doen van een uitkering uit hoofde van een levensverzekeringsovereenkomst als bedoeld sub 5°;

    7. 7°.

      crediteren of debiteren dan wel doen crediteren of debiteren van een rekening waarop een saldo in geld, effecten, edele metalen of andere waarden kan worden aangehouden;

    8. 8°.

      wisselen van guldens of vreemde valuta;

    9. 9°.

      verlenen van andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten;

  2. cliënt: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan of ten behoeve van wie een financiële dienst wordt verleend, alsmede in geval van een financiële dienst als bedoeld onder a, sub 5° en 6°, degene die de premie betaalt alsmede degene ten behoeve van wie de uitkering wordt gedaan;

  3. transactie: een handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt in verband met het afnemen van één of meer financiële diensten;

  4. ongebruikelijke transactie: een transactie die aan de hand van de ingevolge artikel 8 bepaalde indicatoren als zodanig wordt aangemerkt;

  5. melding: een melding als bedoeld in artikel 9;

  6. meldpunt: het meldpunt bedoeld in artikel 2;

  7. commissie: de commissie bedoeld in artikel 14.

Hoofdstuk II. Het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Hoofdstuk III. De meldingsplicht

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Hoofdstuk IV. De Begeleidingscommissie

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Hoofdstuk V. De inlichtingenplicht

Artikel 17

Artikel 17a

Hoofdstuk VI. Geheimhouding

Artikel 18

Artikel 19

Hoofdstuk VII. Overgangsbepaling

Artikel 20

Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24