Home

Huisvestingsbesluit

Geldig van 20 februari 2001 tot 1 januari 2002
Geldig van 20 februari 2001 tot 1 januari 2002

Huisvestingsbesluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 20-02-2001 tot 01-01-2002]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2015]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juli 1992, nr. MJZ13792020, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen 13 en 34, derde lid, van de Huisvestingswet;

De Raad van State gehoord (advies van 24 november 1992, nr. W08.92 0334);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 februari 1993, nr. MJZ25293001, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. wet: de Huisvestingswet;

  2. verordening: de huisvestingsverordening als bedoeld in artikel 2 van de Huisvestingswet.

Hoofdstuk 2. Bescherming van woningzoekenden

§ 1. Bescherming van woningzoekenden die geen economische of maatschappelijke binding hebben met het gebied waar zij zich willen vestigen

Artikel 2 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 3 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 4 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 5 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 6

§ 2. Bescherming van woningzoekenden die, gelet op hun persoonlijke omstandigheden, in het bijzonder zijn aangewezen op woonruimten met bij die omstandigheden passende kenmerken

Artikel 7 [Vervallen per 20-02-2001]

Artikel 8

§ 3. Bescherming van woningzoekenden die wegens omstandigheden als genoemd in de artikelen 1623g, 1623h, 1623i, of 1623l van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek, in verband met woningruil of in de hoedanigheid van personeel in dienst van ESTEC, een huisvestingsvergunning hebben aangevraagd

Artikel 9

Hoofdstuk 3. Splitsing

§ 1. Algemeen

Artikel 10

Artikel 11

§ 2. Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning, betrekking hebbend op de samenstelling van de woonruimtevoorraad

Artikel 12

§ 3. Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning of tot aanhouding van de beslissing op de aanvraag om een vergunning, betrekking hebbend op het voorkomen van belemmering van de stadsvernieuwing

Artikel 13

§ 4. Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning of tot aanhouding van de beslissing op de aanvraag om een vergunning, betrekking hebbend op het voorkomen van splitsing, indien de toestand van een gebouw uit een oogpunt van indeling of staat van onderhoud zich geheel of ten dele tegen splitsing verzet

Artikel 14

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 15

Artikel 16 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 17 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 18