Home

Toepassing van artikel 38 van de wet op de omzetbelasting 1968

Geldig van 1 april 1977 tot 29 januari 2008
Geldig van 1 april 1977 tot 29 januari 2008

Toepassing van artikel 38 van de wet op de omzetbelasting 1968

Besluit 277-4704

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-1977 tot 29-01-2008]
[Regeling ingetrokken per 29-01-2008]

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Naar aanleiding van vragen, gesteld door een tweetal leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake de toepassing van artikel 38 van de Wet op de omzetbelasting 1968 ten aanzien van zelfbedieningsgroothandelsbedrijven die tevens een detailhandelsfunctie vervullen, doe ik u hierbij als bijlage de tekst van bedoelde vragen alsmede van het door mij daarop gegeven antwoord toekomen.

In het bijzonder vestig ik de aandacht op hetgeen in de laatste alinea van het antwoord op vraag 2 is te kennen gegeven.

1. Bijlage

Vragen van de leden Notenboom en Krosse (beiden KVP) over het tevens als detailhandelaar optreden van enkele groothandelsbedrijven (ingezonden 26 januari 1977):

Heeft de Staatssecretaris kennis genomen van het oordeel van de Staatssecretaris van Economische Zaken, dat (zelfbedieningspasjes) groothandels zoals Makro-Best, -Nuth en -Breda tevens detailhandels zijn?

Is de Staatssecretaris bereid te bevorderen, dat van de zijde van zijn dienst wordt vastgesteld, dat de in vraag 1 bedoelde groothandelsbedrijven derhalve óók vallen onder de bepaling in de Wet omzetbelasting die voorschrijft, dat aanbiedingen aan particulieren dienen te geschieden incl. BTW?

Antwoord van Staatssecretaris Van Rooijen (Financiën) ontvangen 28 februari 1977):

Ingevolge artikel 38 van de Wet op de omzetbelasting 1968 is het aan ondernemers verboden aan anderen dan ondernemers en publiekrechtelijke lichamen goederen en diensten aan te bieden tegen prijzen met zodanige aanduidingen dat de omzetbelasting niet in de prijzen zou zijn begrepen.

Aan deze verbodsbepaling ligt blijkens de wetshistorie de gedachte ten grondslag bij niet-ondernemers verwarring te voorkomen inzake de door hen per saldo te betalen bedragen.

In hoeverre aan de bescherming tegen verwarring welke artikel 38 aan anderen dan ondernemers beoogt te bieden, behoefte bestaat voor zover in groothandelszelfbedieningszaken aankopen voor privé-gebruik kunnen worden gedaan, is een vraag waarbij naar het oordeel van de ondergetekende een zekere nuancering past. Bij de parlementaire behandeling van genoemd wetsartikel is trouwens reeds ter voorkoming van complicaties bij ondernemers die zowel aan particulieren als aan andere leveren een zo soepel mogelijke benadering van grensgevallen toegezegd.

Zolang de bedoelde bedrijven, hoezeer mede een detailhandelsfunctie vervullend, het karakter van groothandel behouden, hetgeen de normale figuur zal zijn, valt moeilijk bezwaar te maken tegen toepassing van het in de groothandel gebruikelijke systeem van aanbiedingen waarbij de prijs ‘exclusief omzetbelasting’ wordt aangegeven. Een andere gedragslijn zou althans, als weinig strokend met het BTW-systeem, juist tot verwarring bij ondernemers-gegadigden kunnen leiden.

Daarbij komt dat, nu van algemene bekendheid is dat in die bedrijven bij het afrekenen van aankopen, zowel die voor zakelijk als voor privé-gebruik, de omzetbelasting afzonderlijk op de nota wordt bijgesteld, ook zij die voor privé-doeleinden wensen te kopen zich er zeer wel van bewust zullen zijn dat de exclusief-OB-prijs op de nota met de omzetbelasting zal worden verhoogd. Zulks in aanmerking genomen acht de ondergetekende, zo de verbodsbepaling van artikel 38 al naar de letter van toepassing zou zijn, hetgeen zijns inziens minstens twijfelachtig is, naar de geest daarvan in beginsel geen aanleiding tegen het in bedoelde branche hanteren van prijzen exclusief omzetbelasting op te treden.

De zaak kan anders liggen indien groothandelszelfbedieningszaken bijvoorbeeld huis aan huis reclamefolders zouden verspreiden of advertenties in voor consumenten bestemde rubrieken van dagbladen e.d. zouden plaatsen, waarin prijzen worden genoemd waarbij wordt aangegeven dat de omzetbelasting daarin niet is begrepen (zonder tevens van de bijtelling van de omzetbelasting melding te maken) en ook overigens duidelijk is dat de aanbieding tot particulieren is gericht. Tegen een dergelijke handelwijze zal door de belastingdienst uiteraard worden opgetreden. De ondergetekende stelt zich voor dit aspect op korte termijn nog eens uitdrukkelijk onder de aandacht van genoemde dienst te brengen.