De rang van benoeming van de deskundige leden en de plaatsvervangende deskundige leden van de ondernemingskamer en de bijzondere kamer wordt geregeld naar de dag waarop het besluit van hun eerste benoeming door Ons is getekend.
Reglement voor de ondernemingskamer
Reglement voor de ondernemingskamer
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 oktober 1970, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, Nr. 469/670;
Gelet op artikel 72 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie;
De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1970, Nr. 8);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, van 26 november 1970, Nr. 546/670;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
gerechtshof: het gerechtshof Amsterdam of het gerechtshof Den Haag;
ondernemingskamer: de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam, bedoeld in artikel 66, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;
bijzondere kamer: de bijzondere kamer van het gerechtshof Den Haag, bedoeld in artikel 66, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Artikel 2
Dit besluit berust op artikel 66, vijfde en zesde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Artikel 3
De rang van benoeming van verschillende op éénzelfde dag benoemde deskundige leden en plaatsvervangende deskundige leden wordt, indien hun benoeming bij hetzelfde besluit plaats vindt, bepaald door de volgorde hunner namen, en, indien zij bij verschillende besluiten benoemd zijn, door de volgorde dezer besluiten.