Home

Uitkeringsregeling 1966

Geldig van 1 januari 2001 tot 28 augustus 2002
Geldig van 1 januari 2001 tot 28 augustus 2002

Uitkeringsregeling 1966

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2001 tot 28-08-2002]
[Regeling ingetrokken per 09-10-2014]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 1 juli 1966, nr. AW66/U 1355, Directie Overheidspersoneelsbeleid, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, Afdeling Pensioenen en Wachtgelden;

Overwegende dat de totstandkoming van de Algemene burgerlijke pensioenwet het wenselijk maakt de Uitkeringsregeling 1952 te vervangen;

Gelet op de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929;

De Raad van State gehoord (advies van 27 juli 1966, nr. 53);

Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Binnenlandse Zaken a.i. en van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 augustus 1966, nr. AW66/U1718, Directie Overheidspersoneelsbeleid, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken, Afdeling Pensioenen en Wachtgelden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

  2. Stichting Pensioenfonds ABP: de Stichting Pensioenfonds ABP, bedoeld in artikel 6 van de Wet privatisering ABP;

  3. pensioenreglement: het pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP;

  4. pensioen: een pensioen krachtens het pensioenreglement;

  5. invaliditeitspensioen: een invaliditeitspensioen krachtens het pensioenreglement;

  6. arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 18, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  7. WAO-uitkering: uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  8. suppletie: een suppletie krachtens de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector rijk;

  9. lichamen: rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 2

1.

Dit besluit verstaat onder betrokkene, hij die in burgerlijke Rijksdienst werkzaam is:

  1. als ambtenaar in vaste dienst, die uit hoofde van zijn ontslag geen aanspraak op wachtgeld kan ontlenen aan bij de wet of door Ons vastgestelde bepalingen;

  2. als ambtenaar in tijdelijke dienst, die uit hoofde van zijn ontslag geen aanspraak op wachtgeld kan ontlenen aan bij de wet of door Ons vastgestelde bepalingen;

  3. krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht;

    en als zodanig deelnemer is in de zin van het pensioenreglement.

2.

Tenzij het tegendeel blijkt wordt onder betrokkene gewezen betrokkene begrepen.

3.

Onder betrokkene wordt mede begrepen de ambtenaar die op zijn aanvraag ontslag is verleend in verband met de aanvaarding van een functie buiten de overheid. Een en ander uitsluitend indien de ambtenaar is aangewezen als herplaatsingskandidaat als bedoeld in artikel 49d of 49e van het Algemeen Rijksambtenarenreglement danwel als bedoeld in de artikelen 84d of 84e van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en hij binnen twee jaar nadat hij een functie heeft aanvaard buiten de overheid, buiten zijn schuld of toedoen wordt ontslagen.

4.

Geen betrokkene in de zin van dit besluit is degene die uit hoofde van zijn ontslag recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk.

Artikel 3

1.

Dit besluit verstaat onder diensttijd,

voorzover gelegen vóór 1 januari 1996:

de tijd zoals die voor betrokkene per 31 december 1995 meetelt voor de pensioenberekening, met uitzondering van de militaire diensttijd, bedoeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet;

voorzover gelegen op of na 1 januari 1996:

de tijd gedurende welke de betrokkene overheidswerknemer is in de zin van de Wet privatisering ABP;

in beide gevallen met uitzondering van de tijd:

  1. die voorafgaat aan een ontslag uit een betrekking waaraan een functioneel leeftijdsontslag is verbonden, mits uit hoofde van dat ontslag een uitkering is toegekend;

  2. die in aanmerking is genomen bij de berekening van de duur van een wachtgeld of van een uitkering ter zake van onvrijwillige werkloosheid ten laste van de overheid;

  3. die voorafgaat aan een onderbreking in de diensttijd door ontslag van langer dan een maand;

  4. bedoeld in artikel 5.4 van het pensioenreglement;

  5. in een aangehouden betrekking.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid, wordt in voorkomend geval diensttijd bedoeld in artikel D1, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet zoals deze luidde op 31 december 1995, mede in aanmerking genomen. Het verzoek als bedoeld in artikel D2 van genoemde wet wordt daarbij geacht te zijn gedaan.

Artikel 3a

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6. Inschrijvingsplicht

Artikel 7. Recht op uitkering

Artikel 8. Duur van de uitkering

Artikel 8a

Artikel 8b. Vervolguitkering

Artikel 8c

Artikel 8d. Bedrag van de vervolguitkering

Artikel 9. Samenloop van uitkering met inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf

Artikel 10

Artikel 10a

Artikel 11. Vermindering van de uitkering

Artikel 12. Afkoop van het recht op uitkering

Artikel 13

Artikel 14 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 15 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 16. Opschorting

Artikel 17. Andere verplichtingen

Artikel 18

Artikel 19. Uitkering bij ziekte

Artikel 20 [Vervallen per 01-06-1985]

Artikel 21 [Vervallen per 01-01-1980]

Artikel 22

Artikel 23. Betaling

Artikel 24. Uitkering nagelaten betrekkingen van rechthebbenden op uitkering

Artikel 25. Verval en opnieuw toekennen van het recht op uitkering

Artikel 25a. Vervallenverklaring van het recht op uitkering

Artikel 25b. Einde van het recht op uitkering

Artikel 26. Niet-uitbetaling van de uitkering

Artikel 27

Artikel 28. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 30 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 31 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 32 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 33 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 34

Artikel 35