Home

Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering

Geldig van 19 juni 1998 tot 17 juli 1998
Geldig van 19 juni 1998 tot 17 juli 1998

Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 19-06-1998 tot 17-07-1998]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2006]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 28 december 1965, Directoraat-Generaal van de Volksgezondheid, Directie Gezondheidszorg, Hoofdafdeling Gezondheidszorg I, nr. 132.299;

Gelet op de artikelen 8, tweede lid, 9, 10, 13, eerste lid, 24, 30, 47, tweede lid, en 93 van de Ziekenfondswet (Stb. 1964, 392);

De Raad van State gehoord (advies van 30 december 1965, nr. 65);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 december 1965, Directoraat-Generaal voor de Volksgezondheid, Directie Gezondheidszorg, Hoofdafdeling Gezondheidszorg I, nr. 160.009;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. "Onze Minister": Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  2. "specialist": een arts, die is ingeschreven in het specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst;

  3. "tandarts-specialist": een tandarts, die is ingeschreven in het specialistenregister voor mondheelkunde en chirurgische prothetiek, dan wel in het specialistenregister voor dentomaxillaire orthopaedie van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde;

  4. "huisarts": een arts, die is ingeschreven in het register van erkende huisartsen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst.

Artikel 2

1.

De verzekerden hebben ter voorziening in hun geneeskundige verzorging aanspraak op de verstrekkingen, omschreven in de artikelen 3 tot en met 7, 9 tot en met 11 en 11l tot en met 30.

2.

Indien het ziekenfonds als gevolg van de toepassing van artikel 9, vijfde lid, van de Ziekenfondswet, een verzekerde heeft ingeschreven op naam van een persoon of instelling, wordt de desbetreffende verstrekking verleend door de betrokken persoon of diens waarnemer, onderscheidenlijk de betrokken instelling, een en ander onverlet hetgeen elders is bepaald omtrent het verlenen van de genoemde hulp door een andere persoon of instelling.

3.

De aanspraak op een verstrekking kan slechts tot gelding worden gebracht voor zover de verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening, redelijkerwijs daarop naar aard, inhoud en omvang is aangewezen.

Artikel 2a

Artikel 2b

Artikel 2c

Artikel 2d

§ 2. Genees- en heelkundige hulp

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

§ 3. Verloskundige hulp

Artikel 6

§ 4. Tandheelkundige hulp

Artikel 7

§ 5. Farmaceutische hulp

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11a

Artikel 11b

Artikel 11c

Artikel 11d

Artikel 11e

Artikel 11f

Artikel 11g

Artikel 11h

Artikel 11i

Artikel 11j

Artikel 11k

Artikel 11l

§ 6. Opneming en verder verblijf in ziekenhuizen

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

§ 6a

Artikel 14a [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 14b [Vervallen per 01-01-1998]

§ 7. Hulpmiddelen

Artikel 15

§ 8. Ziekenvervoer

Artikel 16

§ 9. Kraamzorg

Artikel 17

Artikel 18

§ 10. Hulp door een audiologisch centrum

Artikel 19

§ 11. Erfelijkheidsadvisering

Artikel 20

Artikel 20a [Vervallen per 01-01-1989]

§ 12. Niet-klinische haemodialyse

Artikel 21

§ 13. Chronische intermitterende beademing

Artikel 22

§ 14. Revalidatie

Artikel 23

§ 15. Hulp door een trombosedienst

Artikel 24

Artikel 24a

§ 16. Bijzondere bepalingen

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

§ 17. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34