Schepelingenbesluit
Schepelingenbesluit
Opschrift
Aanhef
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de gemeenschappelijke voordracht van Onze Ministers van Justitie en van Waterstaat van 24 Februari 1937, 1ste Afdeeling C, n°. 885, en van 25 Februari 1937, La. L.L., Afd. Vervoer- en Mijnwezen;
Den Raad van State gehoord, advies van 13 April 1937, n°. 42;
Gezien het nader gemeenschappelijk rapport van Onze voornoemde Ministers van 7 Mei 1937, 1ste Afdeeling C, n°. 1201 en van 11 Mei 1937, La. L., Afd. Vervoer- en Mijnwezen;
Gelet op de artikelen 407, 412, 450d, 451d en 451i van het Wetboek van Koophandel;
Hebben goedgevonden en verstaan:
met ingang van den dag, waarop de Wet van 14 Juni 1930 (Staatsblad n°. 240) in werking treedt, de volgende bepalingen vast te stellen: